Ingrediënten

• 1 kg varkensvlees (hamlappen, fricandeau)
• 2 liter heet water
• zout
• 1 theel. nootmuskaat
• 1 theel. peper
• 3 theel. kruidnagelpoeder
• 4 theel. rommelkruid
• 400 g boekweitmeel (iets minder?)
• vloeibare Becel

Bereiden

Doe in een pan 2 liter heet water, wat zout en het varkensvlees. Laat dit 2½ uur zachtjes koken tot het vlees heel gaar is.
Haal het vlees uit de pan, draai het door de vleesmolen of maak het fijn met de blender of keukenmachine.

Zeef het vocht en giet 1½ liter terug in de pan en doe er nootmuskaat, peper, kruidnagelpoeder en rommelkruid bij. Voeg de vleesbrij toe en breng alles aan de kook.
Draai dan het vuur laag en strooi er langzaam, roerend de boekweitmeel bij tot het een heel stijf deeg wordt. Draai het vuur hoog en laat de brij 3 keer ploffen.

Spoel een schaal om met koud water, vul deze met de brij, strijk de bovenkant glad met een natte lepel en zet de schaal minimaal 5 uur koel weg om op te stijven. Strooi er wat meel over, tegen het uitdrogen.

Stort de afgekoelde balkenbrij op een plat bord. Snijd de brij  in vingerdikke plakken en bak ze in een koekenpan met wat vloeibare Becel  knapperig en bruin.

Invriezen: Snij de balkenbrij in plakken, leg een papiertje of plastic er tussen en vries het in. Wacht hier niet te lang mee, want het is bederfelijk.