Bron |
Zoete recepten voor elk seizoen, van Gilse, 1988 |
Keuken |
Wereldkeuken |
Techniek |
inmaken |
Type |
broodbeleg |
Categorie |
fruit |
Dieet |
cholesterolverlagend |
Jam of confituur is een ge-geleerd mengsel van
pulp en/of moes van één of meer vruchtensoorten, suiker en
water.
Bij jam worden de vruchten gepureerd of gestampt, terwijl
bij confituur een groot gedeelte heel blijft of in
grotere stukken wordt gehakt.
De suiker zorgt er voor dat de vruchten zoeter worden en werken tevens conserverend. Om het mengsel te laten geleren
wordt veelal geleisuiker gebruikt, dat o.a. pectine bevat.
Gelei wordt gemaakt van vruchtensap, is helder en bevat geen zichtbare stukjes fruit.
Marmelade is jam met stukjes vruchtvlees en schillen van citrusvruchten.
Was het fruit, ontpit het en snijd het zonodig in stukken.
Pureer het schoongemaakte fruit met de staafmixer of blender.
Doe het mengsel in een grote, hoge pan. Doe de geleisuiker er bij en meng deze goed door de vruchten.
Breng het geheel op en middelmatig vuur al roerend aan de kook
en laat het 4 minuten flink borrelend koken.
De
kooktijd gaat pas in als het gehele oppervlak
van de massa borrelt en dit door roeren niet
meer ongedaan gemaakt wordt.
Roer af en toe tijdens het
koken, zodat het geheel niet kan aanbranden. Schep zo
nodig, met een schuimspaan het schuim er af.
Zet intussen de schoongemaakt potten op een theedoek. Giet na 4 minuten koken de jam in de potten en sluit de potten meteen af. Zet ze op hun kop, zodat de lucht tussen de deksel en bovenkant van de jam ook ontsnapt en er min of meer een vacuüm ontstaat.
Bewaar de afgekoelde potten confituur in een droge kast en na opening in de koelkast
Bewaartijd: ca. 1 jaar.
1. Schoonmaken en ontpitten
2. Fruit pureren met de staafmixer
3. Fruitmengsel overgieten naar de kookpan
4. Tijdens het koken doorroeren